Toespraak in Walburgiskerk
Dames en heren, jongens en meisjes, lieve mensen, welkom aan u allemaal. Fijn dat u hier bent en dat we te gast mogen zijn in deze prachtige kerk.
Al 78 jaar staat 4 mei in heel Nederland in het teken van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en van oorlogssituaties en vredesoperaties daarna. Al 78 jaar staan we stil bij het onmetelijke leed en de verschikkingen die oorlog altijd met zich meebrengt en generaties doorgonst. Vandaag denken we aan al die mensen die zo hard hebben bevochten wat wij en onze kinderen koesteren of misschien zelf gewoon vinden: - VRIJHEID-
De ongelofelijk dure les die in de oorlog werd betaald is voor ons een groot goed, maar ook een dagelijkse realiteit die we te vaak voor lief nemen. Als je Nederlanders vraagt wat ze een belangrijke waarde in het leven vinden, wordt ‘vrijheid’ steevast het meest genoemd. We zijn er trots op en we vinden het tegelijk een vanzelfsprekend onderdeel van onze Nederlandse identiteit. Dat blijkt iedere keer weer uit de onderzoeken van het Sociaal Cultureel Planbureau.
Vrijheid is een begrip, een gevoel dat voor iedereen een verschillende invulling kent. Vrijheid is voor de één ‘Kunnen gaan en staan waar je wilt’ en voor de ander ‘Je eigen keuzes kunnen maken’. Het is ook ‘Jezelf kunnen zijn’, en ‘Vrij zijn om te denken en te zeggen wat je wilt”. En tegelijk gaat het ook over grenzen stellen, of juist een teveel aan grenzen. Mijn pubers konden zich destijds erg vinden in de omschrijving: ‘vrijheid is met rust gelaten worden’. Hoezeer we ook van mening verschillen: het begrip vrijheid én de discussie hoe we onze vrijheden uitdragen, hoort bij onze traditie en onze cultuur.
78 jaar na de oorlog zijn er nog maar weinig mensen die ons uit de eerste hand kunnen berichten over de oorlog en het persoonlijke belang van vrijheid. Daarom ben ik zo blij dat wij hier Zoni Weisz en zijn familie mogen begroeten! Twee weken geleden stonden we met jou, Zoni, je vrouw, je kinderen en kleinkinderen hier vlakbij voor jouw ouderlijk huis aan de Laarstraat. Er werden die dag in heel Zutphen 27 Struikelstenen gelegd. Vijf daarvan werden gelegd voor het huis waar op 16 mei 1944, jouw vader Johannes, je moeder Jacoba, en je zusjes Rakli en Lena en je broertje Emile werden weggevoerd naar de dood. De reden? Jullie waren Zutphenaren met een Sinti achtergrond, inwoners van onze stad, aangemerkt als ‘ongewenst’. Dat verhaal is er één van miljoenen, die de verschrikkingen die discriminatie voortbrengt, zo persoonlijk maakt.
Zonder getuigen is de vraag wat de keerzijde van vrijheid is, misschien nog belangrijker. Een vraag die wij ons blijvend moeten stellen. Helemaal in deze tijd. Want wat betekent vrijheid eigenlijk voor ons persoonlijke en dagelijkse handelen in een tijd waarin we opnieuw een verschrikkelijke oorlog in Europa hebben? Wat betekent de les van de Tweede Wereld Oorlog voor U en mij in een tijd waarin sprake is van een escalerende samenleving, ook in Nederland zelf?
Het verdwijnen van de directe getuigenissen in combinatie met de spanningen van vandaag maken het belang van de herdenken en herinneren almaar belangrijker en steeds dringender. Als we niet meer stil staan bij de vraag wat de verschikkingen van toen betekenen voor het nu, zijn die verschikkingen voor de slachtoffers van toen voor niets geweest. Dat mag niet gebeuren.
Met de geschiedenis van de oorlog in het hoofd is het niet onlogisch te denken dat vrijheid en het behoud daarvan bepaald niet alleen tot stand komt door systemen, bestuurders of politiek, maar in de kern veel meer gaat over het collectief en onze individuele rol daarbinnen. De geschiedenis heeft ons immers geleerd dat de oorlog niet alleen ontstaat door het toedoen van slechte mensen, maar ook door het zwijgen daarover door de stille meerderheid.
Het lijkt erop dat die les ook vandaag de dag opgaat in Rusland waar angst en terughoudendheid de stille meerderheid doet zwijgen over de verschikkingen die in Oekraïne dag in dag uit plaatsvinden. En misschien gaat die les ook op voor Nederland, waar we veel aandacht hebben voor toenemend racisme, haat, geweld, schelden en zware onderlinge grofheid, maar ons minder richten op de grote meerderheid die zich daar individueel misschien wel onvoldoende tegen uitspreekt.
Ik vraag meer aandacht voor de rol die wij kunnen spelen om haat te voorkomen dan voor de mensen die haat aanwakkeren. Want dames en heren, het tegenovergestelde van liefde is niet alleen haat maar juist onverschilligheid!
Het voorkomen van oorlog en onderdrukking, geweld en destructie, discriminatie en willekeur, verraad en martelingen, dood en verderf, haat en onverschilligheid lijkt groot, maar het begint klein. Het begint bij onszelf en hoe we tegenover de ander staan. Het begint met de vraag of we onze angst voor de ander kunnen overwinnen met nieuwsgierigheid naar die ander. Of we andere keuzes, een andere taal, of een andere kleur, een ander lichaam of andere levensstijl willen leren kennen en misschien zelfs begrijpen, in plaats van te veroordelen en te haten.
Het begint ook in het klein door op te staan en je teweer te stellen als je ziet dat de ander toch vanuit angst en niet vanuit nieuwsgierigheid benaderd wordt. Dat is de opdracht aan ons allemaal.
Zoals ik al zei is vrijheid in de kern de mogelijkheid om je eigen keuzes te kunnen maken. Tegelijk brengt dat automatisch de verplichting met zich mee, de vrijheid van keuzes van de ander ook te respecteren. Met andere woorden: vrijheid ontstaat vanuit het kinderlijk eenvoudige principe “ik ben vrij als jij het bent; jij bent vrij als ik het ben”.
Ik hoop oprecht dat de taak om uit te dragen dat vrijheid kwetsbaar is en echt bewaakt moet worden, zoals Zoni Weisz dat al zijn hele leven doet, door ons allen actief verder wordt gebracht. Wij zijn met veel en moeten dat geluid laten horen.
Want zoals Albert Einstein zei: de wereld is een beetje gevaarlijk omdat er slechte mensen zijn. Maar de wereld is pas echt gevaarlijk als de grote meerderheid hen hun gang laat gaan. De taak weerbaar te zijn en te helpen de bedreiging van onvrijheid te bestrijden is er een van ieder individu, van u en van mij. Die weerbaarheid moet tot uiting komen aan de keukentafel, in de Facebookgroep en op het schoolplein.
Alleen de weerbaarheid van de stille meerderheid kan voorkomen dat het weer gruwelijk mis gaat. Iedereen, u en ik, wij dragen allemaal individueel verantwoordelijkheid om te helpen de gevaren voor het collectief te voorkomen.
Dames en heren, jongens en meisjes, wij zijn met meer. Laten we straks bij het monument twee minuten stil zijn als een zwijgend verzet tegen oorlog en onderdrukking, geweld en destructie, discriminatie en willekeur, verraad en martelingen, dood en verderf, haat en onverschilligheid.
En laten we straks bij het monument ook twee minuten stil zijn als een stille belofte aan elkaar dat de vrijheid van ander en daarmee die voor onszelf, bij ons in veilige handen is.
Ik dank u wel.
Toespraak bij het monument
Na de stilte voor de levens die door geweld werden beëindigd. Na de stilte voor diegenen die de onbeschrijfelijke gevolgen betaalden voor een in alle opzichten ontspoorde samenleving, gaan wij de nacht in naar Bevrijdingsdag. Die dag gaat over het besef van vrijheid.
De mensen die wij zojuist herdachten moesten ervaren dat die vrijheid ongelofelijk kwetsbaar is. U zult het met mij eens zijn dat dat lijden niet voor niets geweest mag zijn.
Omwille van de slachtoffers van oorlog en onderdrukking, geweld en destructie, discriminatie en willekeur, verraad en martelingen, maar misschien nog wel meer voor onszelf moeten we de vrijheid bewaken in het besef dat die niet alleen gaat over degenen die de vrijheid bedreigen, maar nog meer over de stille meerderheid die te weinig voor die vrijheid opkomt.
Want de geschiedenis heeft ons geleerd dat het tegenovergestelde van liefde niet haat is, maar onverschilligheid. Vrijheid komt niet zo maar uit de lucht vallen. Vrijheid vraagt erom om uitgedragen te worden niet alleen op Bevrijdingsdag maar iedere dag aan de keukentafel op Facebook en op het schoolplein.
Vrijheid is in de kern de mogelijkheid om je eigen keuzes te kunnen maken. Dat brengt tegelijkertijd een verplichting met zich mee de vrijheid van keuze van ander ook te respecteren. Met andere woorden vrijheid ontstaat vanuit het kinderlijk eenvoudige principe “jij bent vrij als ik het ben; ik ben vrij als jij het bent”.
Mag ik u daarom iets vragen. Wilt u degene die naast u staat, links of rechts het maakt niet uit, een hand geven en hem of haar zeggen “jij bent vrij als ik het ben; ik ben vrij als jij het bent”.
Dames en heren ik wens u morgen een mooie Bevrijdingsdag in de gedachte dat we die vrijheid ook het komende jaar actief zullen koesteren.