Welkom aanwezigen, lieve mensen,
Vanavond staan we hier samen, in het Waterkwartier, voor een bijzonder moment van herdenking en verbinding.
Keti Koti – de viering van de verbroken ketenen – herinnert ons aan het slavernijverleden van Nederland. Op 1 juli 1863 werd de slavernij officieel afgeschaft in Suriname en op de voormalige Nederlandse Antillen.
Maar die afschaffing betekende voor veel tot slaaf gemaakten geen onmiddellijke vrijheid: zij werden gedwongen om nog tien jaar lang door te werken op de plantages. Daarom herdenken we vandaag niet alleen de officiële afschaffing in 1863, maar erkennen we ook dat het pas in 1873 écht ten einde kwam. Dat is dit jaar precies 152 jaar geleden.
Maar laten we eerlijk zijn: wat is “echt ten einde komen”? Voor de generaties die na 1873 werden geboren bleef en blijft het slavernijverleden doorwerken. Nog steeds zijn ook in Zutphen de meeste meldingen waar het om discriminatie gaat gericht op kleur! Nog steeds ervaren de nazaten van de tot slaaf gemaakten een achterstand in mogelijkheden en welvarendheid.
Dus wat is dat “tot een einde gekomen”? Het mag in ieder geval niet een ontkenning zijn van het feit dat de ontmenselijking die toen plaatsvond, voor de huidige generaties nog steeds doorleeft. Want ondanks dat de slavernij toen was afgeschaft, bleef de structurele en culturele achterstand – waar de nazaten van de tot slaaf gemaakten 152 jaar na dato in veel gevallen nog steeds de gevolgen van dragen – bestaan.
Vorig jaar sprak ik hier over de kracht van woorden. Over hoe belangrijk het is om ons als samenleving uit te spreken. Niet alleen over wat er toen is gebeurd, maar vooral over wat dat betekent voor ons nu. Woorden kunnen verbinden, maar ook verdelen. En dat maakt herdenken – samen – zo essentieel.
Want we kunnen pas bouwen aan een rechtvaardige toekomst als we ons verleden écht onder ogen durven zien.
Het afgelopen herdenkingsjaar, waarin we ook stilstonden bij 80 jaar vrijheid, heeft ons veel gebracht. Ruimte voor reflectie, voor erkenning, voor nieuwe gesprekken. Maar we zagen ook hoe pijnlijk het kan zijn om die geschiedenis aan te kijken. We zagen ook hoe het debat soms toch weer verhardt. Hoe termen die we dachten achter ons te hebben gelaten – kwetsend, verdelend – weer hun weg vonden naar de dagelijkse taal. Zeker ook waar het ons slavernijverleden aangaat. Oude denkbeelden, verpakt in nieuwe woorden. En dat is zorgelijk. Want wie het verleden niet serieus neemt, opent de deur voor herhaling.
En soms denk ik wel eens dat we nu nog steeds elementen zien die aangeven dat we van de geschiedenis onvoldoende hebben geleerd. Enerzijds omdat we in de huidige tijd, in andere continenten, nog steeds vormen van moderne slavernij kunnen zien. En wij daar in ons koopgedrag nog te vaak en te veel dankbaar gebruik van maken. Anderzijds zien we het, zoals ik al zei, in de discriminatiemonitor: kleur moet nog steeds met te veel vooroordelen afrekenen. Ondanks dat mijn woorden daar waarschijnlijk weinig aan zullen veranderen, is het wat mij betreft belangrijk ze steeds weer helder en duidelijk te zeggen.
Daarom zeg ik het hier wederom hardop: slavernij was geen voetnoot in de geschiedenis. Het was een systematische, mensonterende vorm van uitbuiting, die eeuwenlang heeft bestaan. En de gevolgen daarvan zijn vandaag nog steeds zichtbaar – in kansenongelijkheid, in racisme, in het gevoel van velen om niet volledig gezien of erkend te worden.
Dat moeten we blijven benoemen. En dat moeten we blijven bestrijden.
In Zutphen willen we dat ook blijven doen. Niet omdat we blijven hangen in het verleden, maar juist omdat we bouwen aan de toekomst. Een toekomst waarin iedereen zich welkom, gelijkwaardig en gezien voelt. Waarin vrijheid geen voorrecht is, maar een vanzelfsprekendheid. Want ik ben pas vrij als u dat ook bent.
We herdenken vanavond de mensen die geleden hebben onder slavernij. We erkennen hun lijden. We eren hun kracht, hun verzet, hun doorzettingsvermogen.
En we beloven hun verhaal levend te houden – niet alleen in toespraken zoals deze, maar in ons onderwijs, in onze omgang met elkaar, en in het beleid in de gemeente dat we samen vormgeven.
Ik wil mijn dank uitspreken aan Wijkcentrum Waterkracht en de andere organisatoren van deze bijzondere dag, waarvan het programma vanmiddag om 16.00 uur al begon. Aan iedereen die vanavond nog spreekt, dicht, zingt, luistert of kijkt naar een film. Aan iedereen die de moeite neemt om hier samen stil te staan bij wat was – en wat nog steeds is.
Laten we samen blijven werken aan een Zutphen waarin verschillen niet verdelen, maar verbinden. Waar verhalen mogen worden verteld. En waar niemand meer ketenen draagt – zichtbaar of onzichtbaar.
Graag geef ik nu het woord aan Johannes Sana.
Dank u wel.