Keti koti, toespraak burgemeester Wimar Jaeger, vrijdag 30 juni 2023

Dit jaar is het 150 jaar geleden dat de slavernij is afgeschaft. Afgelopen vrijdag 30 juni 2023 was er in Zutphen een herdenking en vierden we de afschaffing van de slavernij. Burgemeester Wimar Jaeger gaf een toespraak. Op veler verzoek delen we zijn toespraak.

Lieve mensen,

Fijn dat we hier met zoveel mensen aan de IJsselkade samen zijn. Fijn dat ik er mag zijn en ook nog een paar woorden mag spreken. Heel fijn ook dat mevrouw Gerda Havertong, hier is. Het is belangrijk dat we hier samen met u allemaal ook in Zutphen stilstaan bij wat ik samenvat als Keti Koti.

Het is een symbolisch herdenkingsjaar. Ik hoef het u niet te vertellen, feitelijk vieren we dit jaar dat de slavernij 160 jaar geleden wettelijk en 150 jaar geleden feitelijk ten einde kwam. Feitelijk tot een einde kwam? Dat valt te bezien.

2023 moet het jaar zijn, waarin we als Nederland de herinnering aan ruim 200 jaar onmenselijkheid willen verankeren. Maar wat lieve mensen betekent dat verankeren?

Dat we als gemeente Zutphen aansluiten en samen met Woest Oost deze herdenking en viering organiseren, werd de hoogste tijd. We zijn weliswaar niet een stad die gekenmerkt wordt doordat een groot deel van onze bevolking een achtergrond heeft, die teruggaat naar overgroot en betovergrootouders die als tot slaaf gemaakten op diverse plekken werden uitgebuit.

En toegegeven voor zover we nu hebben kunnen uitzoeken kennen we Zutphen niet als een gemeenschap die zich in de voorste linies van de slavernij begaf. Maar Zutphen profiteerde net als iedereen in Nederland in ieder geval wel op een enorme manier van uitbuiting en ontmenselijking. Het is belangrijk om dat onder ogen te zien.

In het hele land wordt er dit jaar extra aandacht besteed aan ons gemeenschappelijk verleden. Aan dat deel waar we het liefst en zo lang mogelijk collectief van hebben weggekeken. Vanuit Den Haag is er dit jaar extra veel aandacht voor dit deel van onze gemeenschappelijke geschiedenis. En dat is van bijzonder groot belang.

Te lang hebben we kunnen wegkijken van de problematische combinatie van het jezelf verrijken over de letterlijke rug van anderen. Van niet-vrijen, van tot slaaf gemaakte voorouders, van uitgebuite oorspronkelijke inwoners of verscheepte nieuwe inwoners, die te werk gesteld werden zodat Nederland als staat kon profiteren.

En zoals ik zei dat hebben wij uiteindelijk allemaal. Onze steden, ook Zutphen, floreerden, mede dankzij investeringen in de West Indische Compagnie en de Vereenigde Oostindische Compagnie.

Zoals iedereen weet is er bij veel steden en gemeenten en bij de nationale overheid nu het besef dat het nodig is om stil te staan bij de eigen rol. En wat te doen als blijkt dat die rol groter was dan we nu zouden wensen? Ook wij zijn begonnen ons dat af te vragen.

In het recent uitgekomen boek van Willem Frijhoff De Vergeten Republiek. Zutphen en de Nieuwe Wereld in de zeventiende eeuw wordt duidelijk dat Zutphen via investeringen in de handelsfactorijen heeft geprofiteerd van de opbrengsten die alleen konden bestaan omdat er slavernij aan ten grondslag lag.

Maar ik wil eerlijk naar u zijn: de beantwoording van de vraag of wij als stad vuile handen hebben aan de slavernij vind ik niet genoeg. Het antwoord daarop staat wel vast. Voor mij zit er minstens zoveel relevantie in de vraag wat de slavernij gedaan heeft met ons zelfbeeld van vandaag.

Welke sociaal culturele elementen zien we vandaag de dag terug, die voortkomen uit het onmenselijk denken en doen van slavernij. En misschien nog wel belangrijker wat doen we daarmee?

Wat doen we met ingesleten zelfbeelden die ertoe leiden dat die zogenaamde gelijke kansen maatschappij niet al vanaf de start van het leven achterhaald is.

Wat doet een witte burgmeester van middelbare leeftijd met zijn zelfbeeld? Beseft die burgemeester dat hij misschien te lang vanuit een enkelvoudig wit zelfbeeld heeft gekeken en zich niet besefte dat die werkelijkheid wel heel eenzijdig was? Besef ik mij dat de wereldse indeling van het rijke westen en de zogenaamd armere landen elders goeddeels is voortgekomen uit juist die periode die uit slavernij en uitbuiting voortkwam. Besef ik mij dat de grote sociaal economische verschillen in onze stad veel te maken hebben met een zelfbeeld dat voortkomt uit de slavernij van toen?

Durven we naar onszelf te kijken en te erkennen dat we graag delen in de voordelen, maar dat daarbij hoort dat we erkennen dat de nadelen van die voordelen op anderen worden afgewenteld. Durven we te erkennen dat we van dat gegeven veel te lang hebben weggekeken, en dat wegkijken nog steeds op grote schaal gebeurd en we bovendien op dit moment op precies dezelfde wijze wegkijken van de ongelijkheid en de daar soms aan verbonden “uitbuiting van vandaag” op basis van die zogenaamde gewoonten uit het verleden.

Maar laat ik het positief benaderen:

De Zutphense samenleving heeft vergeleken met andere gemeenten in onze regio een uitzonderlijk diverse samenleving. Wat een rijkdom aan culturen, geuren, talen, keukens, gebruiken, kleuren en gewoonten. Die diversiteit loopt echter ook langs lijnen en denkpatronen die we baseren op een fout verleden. Want tot op de dag van vandaag is culturele status, economische status, aanzien en gezag nog steeds significant kleur gebonden. Het vraagt niet veel voorstellingsvermogen om te bedenken waar dat vandaan komt.

Er is alle reden om de diversiteit van Zutphen te koesteren en uit te bouwen. Dat betekent ook dat je daar concreet naar handelt. Het vieren van de afschaffing van de slavernij, doe je met - en wat mij betreft ook bij- de mensen die zich zo lang niet gezien hebben gevoeld. Bij die mensen die in de wijken wachten op deze erkenning. Excuus gaat vandaag de dag misschien niet zozeer om wat ze voor mij betekenen maar juist over wat ze voor de ander beteken,

Laten we dus niet dus de hand naar de ander uitsteken. Laten we dus ook als gemeente de basis onder onze diversiteit vieren, en die viering wat mij betreft organiseren in het Waterkwartier, in de Zuidwijken, niet alleen in onze deels ook 17de-eeuwse binnenstad. Laat 2023 het jaar zijn waarin we beginnen onszelf te verrijken niet met het geld maar met het perspectief van de ander. Laten we de hand uit steken naar de mensen in de wijken waar het verdriet om de miskenning zit, door juist de trots van de ander te zien en te herkennen als iets waar we graag van willen leren.

Laten we beginnen om bij onszelf stil te staan vanuit het beeld van de ander. Laten we de aanleiding om dat te doen zoveel mogelijk creëren, te beginnen bij gezamenlijk herdenken en vieren van en ondragelijk verleden. Laten we herdenken dat zovelen niet vrij waren en daar zoveel leed door is geleden. Laten we vieren dat vrijheid voor iedereen moet gelden.

Laten we ons troosten met de gedachte dat menselijkheid uiteindelijk zal overwinnen. Dat uiteindelijk iedereen alleen nog maar zal weten dat vrijheid voor de één alleen bestaat bij de gratie van de vrijheid van de ander. Immers jij bent vrij als ik het ben; ik ben vrij als jij het bent.