Toespraken burgemeester Wimar Jaeger op Bevrijdingsdag, 5 mei 2025

Hier vindt u de toespraken van burgemeester Wimar Jaeger, tijdens Bevrijdingsdag 2025.

Ontvangst bevrijdingsvuur

Van harte welkom lieve mensen op dit bijzondere moment, van harte welkom aan het eind van een lange nacht en het begin van een feestelijke dag. Een heel warm welkom aan de lopers van Atletiekvereniging Hanzesport die het bevrijdingsvuur vannacht uit de Stad der Bevrijding Wageningen ophaalden en, tijdens de Nationale Bevrijdingsvuurestafette, letterlijk urenlang warmliepen om het hier brandend te laten aankomen.

Een vuur dat viert hoe we tachtig jaar in vrijheid leven, tijdens deze dag waarop we stilstaan bij hoe Nederland dankzij de inzet van militairen van de geallieerde landen en met hulp van het verzet werd bevrijd.

Dit vuur, dat een symbool van die vrijheid en verbondenheid is, doet ons denken aan kostbare warmte die zorgvuldig bewaakt en gespaard moet worden. Aan tachtig jaar vrijheid die we hardop benoemen en zacht koesteren, waar we zo voorzichtig mee om moeten springen als met het vuur dat dat we zelf in ons hebben voor onze naasten en vrienden, voor passies en hobby’s. Het vrijheidsvuur weerspiegelt hoe we in elke storm de liefde vasthouden, hoe we onze vrijheid ook bij grenzeloosheid bewaren en zelf het oog in de storm willen blijven. Het oog in de storm; dat windstille gebied dat ervoor zorgt dat ons vuur kan blijven branden.

Want we leven in bijzondere tijden: in tegenstelling tot dit vrijheidsvuur is er soms nog enkel kilte, lijken we, oververhit, vaak estafettes zonder stokjes te lopen om nooit bij de finish aan te komen. Om ons heen broeit, ontvlamt, raast en tiert het en ook in onze gemeenschap voel je door enkele kieren soms de koude luchtstromen. Van die stromen die maken dat je op je laatste benen lijkt te lopen en je innerlijke vuur vermoeid wil gaan liggen.

Dus hoe houd je een vuur van de vrijheid brandend dat soms lijkt af te vlakken? Hoe behoed je je tegen stormen? Hoe houd je warm wat door enkelingen gedoofd lijkt te worden, hoe blijf je je vlam van de vrijheid aanwakkeren?

Door het bijvoorbeeld door te geven in een nachtelijke estafette, het vast te houden en het in woord naar je naasten te brengen, er over te praten. Door het vuur een licht in de nacht te laten zijn, zodat je anderen kan zien voor wat hen werkelijk beweegt. Door het zachtjes moed in te blijven blazen en mensen te helpen, als ze een duwtje nodig hebben. Door er niet te hard bij te wapperen en onze soms korte lontje wat langer te laten zijn. Door het zeker niet te doven met van die grote blokken, aan je been bijvoorbeeld, en dus een beetje tolerant te zijn ook voor hetgeen jou misschien minder leuk lijkt. En door het in bewaring aan een stad te geven, zodat we het in alle lantaarns van Zutphen en Warnsveld stoppen om samen de rust met elkaar te bewaren om zo het vrijheidsvuur altijd te laten branden.

Houd het vrijheidsvuur brandend, lieve mensen, door er een bouwwerk van zachte woorden op te zetten, als een Pyramide van warme zinnen die de warmte eerder dan de kilte beschrijven, op weg naar sprakeloze warmte.

Maak een lopend vuurtje door met anderen samen groot te bouwen en klein te blijven, jezelf in te dikken tot een aanmaakblokje dat telkens weer het vrijheidsvuur gaande houdt. Doe dat ook door je innerlijke vuur net zo belangrijk te vinden als het vrijheidsvuur voor de ander En dat nog steviger te doen als het raast en tiert, om jezelf en de ander te beschermen tegen wie stormachtig blaast.

Zodat jouw fakkel in een vuur ontaardt, in een Zutphense schaal, aan een markt zonder grenzen, waar het of het nu windstil is, motregent of stormt we, bij elk weertype, het windstille oog zullen blijven, het oog dat zorgt dat we allemaal helpen de vrijheid te bewaren met een vrijheidsvuur dat altijd een symbool van vrijheid en verbondenheid zal blijven.

Laten we dat vandaag vieren omdat we in vrijheid kunnen leven en laten we elkaar beloven in het windstille oog van elke storm te blijven. Ik wens u een prachtige Bevrijdingsdag toe.

Opening wandeling Joods Zutphen - Museumtuin

Lieve Mensen,

Van harte welkom in deze gastvrije Gemeente-Museumtuin (ik ben nog steeds apetrots dat we als Zutphen zo’n gewelidig gemeentelijk museum hebben). Welkom op deze gekoesterde Bevrijdingsdag. Een bijzonder welkom aan de David Meijers, Leo Meijers en Anneke Derksen, die zo’n belangrijke relatie hebben to hetgeen we vandaag kunnen presenteren: een wandelroute langs Joods erfgoed in Zutphen. Het is een eer u in ons midden te hebben aan deze eettafels die – open van warmte en gastvrijheid – onze gemeente vandaag de dag illustreren.

Deze dag is belangrijk omdat we ons realiseren dat we tachtig jaar in vrijheid hebben mogen leven. Deze dag waarop we stilstaan bij hoe Nederland dankzij de inzet van militairen van de Geallieerden en met hulp van het verzet werd bevrijd. Een dag waarop een einde kwam aan de meest onvoorstelbare ontmenselijking die we in de geschiedenis kende.

Een dag ook waarop we 80 jaar geleden niet klaar waren om de scherven van het meest ultieme verdriet bij elkaar te brengen, al was het maar omdat we zelf die scherven niet onder ogen konden zien. Een dag ook waarop in Zutphen geen fouten werden erkent of waarop er op z’n minst niet naar werd gehandeld. Een dag waarop we niet de verschikking maar wel onrecht lieten voortbestaan.

Pas tientallen jaren later kwam er enig besef van hetgeen er in Zutphen was gebeurd en hoe wij daar op reageerden toen de oorlog voorbij was. Nog steeds is het, kan ik u als burgemeester zeggen, ingewikkeld. Hoe zorgen we voor onze herinnerring en hoe verweven we onze eigen rol daarin? Zelfs drie generaties nadien weten we daar nog niet goed raad mee.

Natuurlijk kwam ook hier de vraag naar boven rond excuses. En er is weinig twijfel dat die op z’n plaats zijn en blijven. Maar wat betekent dat voor de herinnering en hoe vereeuwigen we die? Hoe vereeuwigen we op zo’n manier dat het ook toekomstwerking heeft. Herinnering als bijdrage aan “dat nooit weer”.

U weet ook ik ben maar een mens en stap daarom even uit mijn voorbereide tekst om mijn ongerustheid met u te delen. Want eergisteren kreeg ik een donatieverzoek voor een dagje naar de Efteling voor kinderen uit het AZC. Om even te zien wie er achter dat verzoek zat, werd ik doorgelinkt naar het platform X, voormalig twitter. De commentaren op het verzoek laten zien dat herinneren oh zo nodig is. De haat, de brute woorden, de angst. Het is zo overweldigend voor degenen die iets van de Tweede Wereld oorlog en de aanloop daarnaartoe weten, dat je alleen maar geschokt kan zijn.

En dat, omdat mensen alleen maar vrijwillig bijdragen aan een idee om kinderen de mogelijkheid te geven een dagje naar het sprookjesbos te gaan. Op zo’n moment komt er enige herinneringswanhoop in mij boven. Hier, weet ik vallen mijn woorden in een bed van begrip, maar hoe krijg je deze teintallen en meer Twitteraars zover dat ze inzien dat zij de voedingsbodem van het nieuwe fascisme leggen of erger nog het misschien al zijn.

Ik heb geen antwoord. De herinnering heeft geen antwoord, hoogstens door het hardop te zeggen in de hoop dat zij en de stille meerderheid wakker worden. Goed, excuus voor deze hartenkreet, het moest er even uit, in deze dagen van zo vele speeches over herdenken en herinneren.

Terug naar waarvoor we hier zijn: Ik benoemde u het belang van deze dag, bevrijdingsdag. Een dag die met name in deze tijd steeds steviger moet worden vastgepakt, om de herinnering aan wat toen zo gruwelijk mis ging nooit meer te vergeten. Een dag die kijkt naar het verleden om iets over onze toekomst te zeggen. Een dag die, vanaf vandaag, ook blijft resoneren dankzij de lancering van een wandeling met de bitterzoete titel: ‘Zij woonden hier.’ Een wandeling die opnieuw de deuren open zet richting het herdenken en herinneren van Joods Zutphen in bezettingstijd.

Wanneer ik mijn eigen Zutphense deur open, gebeurt het vaak dat mijn routes op struikelstenen uitkomen; stenen die me respectvol doen haperen, opdat m’n pas vertraagt en ik stilsta. Is Zutphen niet sowieso een stad van ongelijke stenen, denk ik soms wel eens, aarzelt het wegdek er weemoedig opdat we nooit vergeten? Opdat we niet vergeten elkaar te blijven respecteren, onze verschillen te accepteren en nooit, nooit te discrimineren noch uit te sluiten. Opdat we ons dat blijven herinneren, zodat we ons – met groot respect voor het verleden – op de toekomst kunnen richten.

Een toekomst waarin we niet verzaken verdraagzaam te blijven naar iedereen ook naar degenen die niet in onze bubbel voorkomen. Ik wens dat we tijdens de wandeling langs Joods erfgoed, de struikelsteen in onszelf op blijven zoeken en respectvol pas op de plaats maken, voor we oordelen. Opdat we ons blijven herinneren hoe kwetsbaar vrijheid is en hoe kostbaar de strijd was die men ervoor leverde. En dat de soep nooit meer zo heet wordt gegeten.

Deze laatste zin is uiteraard ook een schaamteloos bruggetje richting datgenen waarvoor u mij uitnodigde om met u van de vrijheidssoep te genieten. Dat begrijpt u.

Het deed mij overigens uitdagen na te denken over wat ik zelf in een vrijheidssoep zou mengen. Aangezien ik u hier vandaag, als een bouillonblokje, de urgentie van herinneren ook smakelijk wil toelichten, hierbij mijn recept.t

Ik moet u ik overigens vooraf wel bekennen dat een burgemeester meestal vaker aanschuift dan bereidt, vandaar dat het u niet zal verbazen dat mijn ingrediënten niet heel praktisch toepasbaar zijn. Of althans, ze doen eerder denken aan een vrij Nederland dan een kookeiland, ze horen meer bij vrijheidsrecht dan aanrecht en behoeven geen garde, maar zijn het wel degelijk roerend met elkaar eens.

Hoe dan ook, ik bond mijn schort voor en diepte uit de groentela van mijn fantasie het volgende recept op. Het draagt de titel: ‘De Vrijheidssoep van Wimar vult niet per se uw maag, maar wel uw hart en hoofd.’

Pak de grootste pan die u bezit, leg het deksel weg zodat u openblijft; zowel bij kou als over de kook raken, en alle temperaturen die daar tussenin zitten. Houdt uw vuur brandend opdat liefde, ideeën en naasten blijven borrelen. Verzamel de volgende ingrediënten en plant ze zorgvuldig in zowel de soep- als uw hersenpan:

een dichtbundel met zachte woorden en aaibare kaft,
een spiegel die te allen tijde persoonlijke moraliteit verschaft,
een rieten schild, dat terugveert, verdedigt maar niet verblindt,
een telefoon die je met anderen verbindt,
van die hartjessnoepjes met tekst die de liefde illustreren,
een snufje wil om wat anders dan je eigen dogma te kunnen accepteren
en een wandeling die je aan dat alles blijft herinneren.

Lieve mensen,

Ik wens u een prachtige Bevrijdingsdag toe en een smakelijk vrijheidsmaaltijd. Ik ben immens trots en dankbaar dat Zutphen verrijkt is met de wandeling ‘Zij woonden hier, verhalen over Joods Zutphen in bezettingstijd’.

Dank u wel

Dat Bolwerck Vrijheidsmaaltijd

Van harte welkom lieve mensen, lieve kinderen, lieve inwoners van Zutphen en Warnsveld,

Het is een eer om iets tegen jullie te mogen zeggen op deze voor Zutphen misschien wel nieuwe traditie.

Van harte welkom aan deze eettafels die – open van warmte en gastvrijheid – onze gemeente en deze dag illustreert zoals we vandaag de dag zijn. Deze dag waarop we ons realiseren tachtig jaar in vrijheid te mogen leven. Deze dag waarop we feestelijk stilstaan bij hoe Nederland dankzij de inzet van militairen van geallieerde landen en met hulp van het verzet werd bevrijd.

Wij plukken, tot op de dag van vandaag, de vruchten van die vrijheid. Dat is ontzettend fijn en dat moeten we blijven beseffen. Het betekent namelijk dat wij, dankzij tachtig jaar vrijheid, in een democratie kunnen leven, waar je mag zijn wie je bent en mag zeggen wat je wilt. Het betekent dat als we om woorden verlegen zitten of onze tongen afbijten dat altijd slechts van korte duur is.

Zo kun je bijvoorbeeld de soep te heet hebben gegeten of je tong spreekwoordelijk hebben ingeslikt, maar heb je, in onze democratie, de vrije keuze daarvan in stilte snel te genezen; ook al komt er kortstondig niets uit, al snel vind je desnoods met hulp, weer je eigen geluid.

Het is belangrijk die vrijheid luidkeels te uit te spreken en ik hoop dat we ‘m koesteren en vieren in het bewustzijn dat we er ook iets voor moeten blijven doen. Want vrijheid is nooit af, lieve mensen, vrijheid verankert zich meestal kortstondig in het geheugen van wie leeft binnen zijn eigen veilige grenzen. Laten we verdraagzaam blijven binnen die grenzen, laten we behoedzaam zijn elkaars’ grenzen niet te overschrijden en laten we grenzeloos open blijven. Door bijvoorbeeld te zeggen: “jij bent vrij als ik het ben en ik ben vrij als jij het bent”.

Dus laten we proosten met eigen mokken en kommen en ons daarbij, zonder mokken, om anderen blijven bekommeren. Door binnen onze eigen grenzen ook die van een ander te bewaken, door in verdraagzaamheid de dingen samen te dragen en door bijvoorbeeld onze buren te melden als we een feestje vieren, en misschien wel iets luidruchtiger zijn dan normaal, zodat zij weten waarom we vieren en als ze dat zelf doen dat ook weer aan ons zeggen.

Het is namelijk, tijdens het vieren van onze vrijheid, belangrijk dat we rekening met de tolerantiegrenzen van anderen blijven houden. Zodat, als de buren luidkeels de vrijheid vieren, wij ons herinneren dat zij de vorige keer dankzij ons op de bank zaten te schudden. Ik wil maar zeggen dat in vrijheid leven ook betekent dat je rekening met de vrijheid van een ander blijft houden.

Vandaag vieren we hetzelfde feest; het feest waarop we elkaar vasthouden, aanschuiven, in nabijheid zijn en elkaar de vrijheid wensen. En waar kan dat beter dan tegen de gevel van een huis voor kunst en gedachten? Ommuurd door lokale horeca die ons ‘Shalom’ toewenst, op steenworp afstand van Drogenap die ook een proost wenst en binnen de veilige wanden van onze stadsmuur?

Een stadsmuur die beschermt, herinnert en nog altijd fier overeind staat, en op de plekken waar haar contouren missen, bruggen van vertrouwen slaat. Want dankzij onze tachtigjarige vrijheid bewonen we hier enkel bunkers van liefde, schuilen onder open armen en duiken we onder om boven te mogen komen en deuren voor elkaar te openen. Deuren die op Achterhoekse keukens uitkomen.

Sommigen van jullie zagen de Koning wellicht vorige week aanschuiven aan de Achterhoekse eettafel, het bleek exact zo’n tafel die ook hier is gedekt; het zijn namelijk van die tafels waar je in gastvrijheid kunt aanschuiven, in vrijheid en als gast. Waar soms misschien geen plek lijkt te zijn, maar het toch past. En dan eet je er wat de pot schaft, omdat smakelijk samenzijn maakt dat het altijd smaakt; ook al ken je het gerecht niet of heb je het zelf nog nooit gemaakt.

Vandaag eet je er een minestronesoep met boerenkool en witte bonen; kleurrijk, internationaal, voedzaam en verdraagzaam. Een kunstwerkje in een soepkom; gelaagd en geliefd, op een plek die verdraagt en verdiept. Ommuurd door gelijkgestemden en ingehaakt met vertrouwen. In vrijheid.

Hier bij jullie te mogen aanschuiven deed mij afvragen wat ik zelf eigenlijk in een vrijheidssoep zou mengen. Nu moet je weten dat een burgemeester vaker aanschuift dan zelf achter het brandend vuur staat, vandaar dat het jullie niet zal verbazen dat mijn ingrediënten niet heel praktisch zijn. Of althans, ze doen eerder denken aan een vrij Nederland dan een kookeiland, ze horen meer bij vrijheidsrecht dan aanrecht en behoeven geen garde, maar zijn het wel degelijk roerend met elkaar eens.

Hoe dan ook, ik bond mijn schort voor en diepte uit de groentela van mijn fantasie het volgende recept op, het draagt de titel: ‘De Vrijheidssoep van Wimar vult niet per se de maag, maar wel het hart en het hoofd.’

[MUZIEK]

Pak de grootste pan die je bezit, leg het deksel weg zodat je openblijft; zowel bij koude als over de kook raken, en alle temperaturen die daartussenin zitten. Houdt je vuur brandend opdat liefde, ideeën en naasten blijven borrelen. Verzamel de volgende ingrediënten en plant ze zorgvuldig in zowel de soep- als de hersenpan:

een dichtbundel met zachte woorden en aaibare kaft,
een spiegel die te allen tijde persoonlijke moraliteit verschaft,
een rieten schild, dat terugveert, verdedigt maar niet verblindt,
een telefoon die je met anderen verbindt,
van die hartjessnoepjes met lieve woorden.

Laat we proosten, lieve mensen, op de ingrediënten uit onze eigen vrijheidssoep, op hoe we elkaars’ keuken accepteren en ons met elkaar vermengen tot een geheel dat smaakt en verrijkt, dat voedzaam en verteerbaar is, verdiept en verdraagt. Op een recept dat ons in dezelfde soepkom plaats, waarin we niet met de rug naar elkaar toe zitten maar lepeltje lepeltje met elkaar blijven praten om zo de vrijheid in ere te houden. Voor als we, dankzij elkaars’ vrijheid, op de bank zitten te schudden, weet je wel.

Heeft iedereen wat te drinken?
Dan wil ik jullie vragen het glas te heffen.
[als iedereen het glas omhoog heeft]
Proost. Op onze vrijheid!
Ik wens jullie een bijzonder smakelijke voortzetting van zowel de vrijheid als deze maaltijd.

Lieve mensen eet smakelijk!