De deelnemers van het Inwonersberaad kregen voor de start (18 februari) extra informatie over onderwerpen waar ze mee aan de slag kunnen gaan. Welke informatie dat is kunt u hieronder lezen. Soms staan er lastige woorden tussen. Die leggen we uit in de begrippenlijst, onderaan de pagina.
Informatie over CO2, de rol van gemeenten en de stand van zaken in Zutphen
Wat is CO2 en waarom willen we minder CO2?
CO2 is de scheikundige naam voor koolstofdioxide. Het is een gas dat ontstaat bij verbrandingsprocessen (bijvoorbeeld het verbranden van brandstof of afval) en door verrotting van planten. Het is een natuurlijke stof en is belangrijk voor het regelen van de temperatuur op aarde. CO2 is namelijk een broeikasgas. Het neemt warmte op. Het blijft bij wijze van spreken in een deken om de aarde hangen en zorgt er zo voor dat de temperatuur op aarde niet te koud wordt.
Omdat we in de afgelopen eeuw veel fossiele brandstoffen gebruikten, is er te veel CO2 in de lucht gekomen. Daarom houdt de luchtlaag om de aarde nu ook meer warmte vast. Het wordt dus steeds warmer, en dat zorgt er juist voor dat er nog meer CO2 in de lucht komt. Al duizenden jaren is de temperatuur op aarde ongeveer hetzelfde, het schommelt altijd wel wat. Sinds dat we meer fossiele brandstoffen gebruiken, is de temperatuur op aarde snel gestegen. Dit is niet eerder zo snel gegaan.
Als de aarde opwarmt, smelt er meer ijs. De zeespiegel stijgt daardoor. Onder het ijs zit veel methaan. Dat is ook een broeikasgas. Als het ijs smelt, komt dat methaan vrij en gaat de opwarming dus nog harder. En al lijkt het misschien wel lekker als het in Nederland warmer wordt, zorgt de opwarming van de aarde voor grote problemen:
- Meer overstromingen door de stijging van de zeespiegel. Vooral in gebieden aan de kust waar veel mensen wonen zorgt dat voor veel problemen.
- Door een warmer klimaat groeit voedsel niet meer zoals we dat gewend zijn. Op sommige plaatsen wordt het te droog om voedsel te laten groeien. Het zorgt voor honger en ondervoeding.
- In droge gebieden ontstaat een (verder) tekort aan drinkwater.
- De biodiversiteit neemt af. Dat zorgt er ook voor dat sommige plant- en diersoorten uitsterven. Dat heeft ook effect op hoe zeker we zijn van ons eigen voedsel.
- Er komen meer bosbranden en meer woestijnen. Daardoor worden gebieden onleefbaar.
- Er komen langere en heftigere hittegolven. Dat is gevaarlijk voor oudere en kwetsbare mensen.
- Er komen ook meer heftige regenbuien en daarmee wateroverlast.
Om die problemen tegen te houden, zijn er afspraken gemaakt. Zowel tussen verschillende landen als binnen Nederland. In het Klimaatakkoord spraken we af dat de uitstoot van broeikasgassen in 2050 95% minder moet zijn dan in 1990. De Europese Commissie stelde voor om in 2030 al op 55% minder uitstoot te zitten.
Rol van gemeenten
In het Klimaatakkoord staan afspraken over de gebouwde omgeving, elektriciteit, mobiliteit, landbouw en industrie. Gemeenten hebben bij al deze onderdelen een taak. Bijvoorbeeld om ruimte te zoeken voor het opwekken van energie, bij het isoleren en aardgasvrij maken van gebouwen, bij het zorgen voor een goede mogelijkheden voor het opladen van elektrische auto’s. Hier lees je in het hoofdstuk ‘Thema’s’ meer over.
Gemeenten werken ook samen. Bijvoorbeeld in de Regionale Energie Strategie (RES). In een RES kijkt men op welke manier energie duurzaam opgewekt en ingezet kan worden in een regio.
Stand van zaken Zutphen
Ook in Zutphen en Warnsveld werkt men aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Vooral door duurzame elektriciteit op te wekken en door te werken aan het aardgasvrij worden.
De resultaten worden in de gaten gehouden. In 2022 was er 32% minder CO2 dan in 1990. Vanaf 2020 is er een grote daling te zien in de CO2-uitstoot in de gemeente Zutphen. Dat komt omdat we veel isoleerden en meer schone stroom opwekten. Dat levert mooie cijfers op, maar we weten nog niet of dat zo blijft. Er zijn ook andere redenen. Vanaf 2020 waren in de corona-tijd veel winkels en bedrijven dicht. Daardoor gebruikten zij minder elektriciteit en gas. Vanaf 2022 werden de prijzen voor energie veel hoger. Daardoor zijn veel mensen zuiniger met energie gaan doen.
Hieronder staat de CO2-uitstoot per sector in 2022. In de eerste kolom staat de Kiloton CO2 per sector. Een kiloton CO2 is 1 miljoen kilogram CO2. In de kolom daarnaast staat hoeveel procent dat van de totale CO2 uitstoot is.
Uitstoot per sector | KTon CO2 | Percentage |
---|---|---|
Gebouwde omgeving | 92.3 | 54% |
Verkeer en vervoer (incl elektrische auto's) | 46.1 | 27% |
Industrie, Energie, Afval en water | 30.3 | 18% |
Landbouw | 2 | 1% |
TOTAAL | 170.7 | 100% |
Verder op deze pagina wordt dieper ingegaan op de verschillende dingen die de gemeente al doet.

Thema: Circulariteit (of hergebruik)
Waarom is dit belangrijk?
Over de hele wereld gebruikt men heel veel grondstoffen. Die grondstoffen halen we vaak uit de aarde en verwerken we in producten. Die producten gooien we weg als ze kapot zijn of als we ze niet meer willen. Dat afval verbranden ze vaak. Door altijd maar met nieuwe grondstoffen te werken, is er een risico op een tekort. Ook zorgt het opgraven, vervoeren en verbranden van grondstoffen voor veel CO2-uitstoot.
Als we meer circulair gaan leven, gebruiken we grondstoffen langer en hergebruiken we ze. Daardoor stoten we minder CO2 uit met productie van nieuwe grondstoffen en is er minder afval. CO2 uitstoot gaat dus over uitstoot verlagen bij gebruik (zuinige apparaten, goede isolatie), maar ook bij productie. In bijvoorbeeld de bouw, stoot het bouwen van gebouwen meer CO2 uit dan de 50 jaar die het gebouw daarna gebruikt wordt om bijvoorbeeld het gebouw te verwarmen.
Wat doen we al in Zutphen en Warnsveld?
We proberen de hoeveelheid restafval zo klein mogelijk te maken. Dat doen we door zo goed mogelijk afval te scheiden en het restafval via een diftar-systeem te betalen. Daarmee komen we uit op 124 kilo restafval per inwoner per jaar. Om dat nog meer omlaag te brengen, startte we een proefproject ‘Anders inzamelen’. In drie buurten brengen mensen hun restafval zelf naar een ondergrondse container en wordt de grijze container niet meer geleegd.
De gemeente Zutphen heeft nu geen beleid over circulariteit in het algemeen. Circulariteit is wel onderdeel in het inkoopbeleid van de gemeente. Bij alles wat de gemeente koopt, vragen we aanbieders om onder andere rekening te houden met circulariteit. Verder hebben we op industrieterrein De Mars bedrijven die met circulariteit bezig zijn.
Welke dilemma’s zien we?
Circulair bouwen en spullen maken is vaak duurder dan de ‘traditionele’ manier van bouwen. Met CO2 beprijzing wordt het verschil tussen circulair en traditioneel bouwen kleiner. Het scheelt wel erg veel CO2 als we circulair bouwen. Maar we willen ook dat er nieuwe huizen komen en dat die huizen niet te duur worden. Bouwen we nu goedkopere huizen die nog niet klaar voor de toekomst zijn? Of bouwen we wel toekomstgericht, maar dan zijn huizen duurder.
Thema: Elektriciteit
Waarom is dit belangrijk?
Elektriciteit wordt op vele manieren opgewekt. Vroeger gebeurde dat veel in kolencentrales en gascentrales. Dat zorgde voor veel CO2-uitstoot. Nu wekken we veel elektriciteit op door zon en wind. In het buitenland gebruiken ze ook watercentrales. Energie opwek kan ook door verbranden van biomassa en met kernenergie. Het grote nadeel van deze twee manieren is dat het verbanden van biomassa CO2 uitstoot en dat voor kernenergie uranium nodig is dat op raakt.
We gebruiken steeds meer energie omdat we het op een schone manier kunnen maken. Warmte wekken we elektrisch op met een warmtepomp en auto’s gaan elektrisch rijden. Daarmee is schone elektriciteit erg belangrijk voor het verminderen van de CO2-uitstoot.
Wat doen we al in Zutphen en Warnsveld?
Om de CO2 doelstellingen te halen werken we aan het besparen en opwekken van elektriciteit. Via het energieloket en energiecoaches geven we veel tips over hoe je zuinig bent met elektriciteit en gas. Met 3 windmolens en zonneparken wekken we elektriciteit op. Samen met gemeenten uit de regio werken we in de RES aan het opwekken van elektriciteit.
In Zutphen en Warnsveld heeft ongeveer 35% van de woningen zonnepanelen. Er zijn net nieuwe regels waardoor zonnepanelen nu soms ook in beschermd stadsgezicht mogen.
Welke dilemma’s zien we?
Het opwekken van energie doen we kleinschalig (bijvoorbeeld zonnepanelen op je dak), maar ook grootschalig (windmolen en zonneparken). Vooral grootschalige opwek heeft gevolgen voor onze omgeving. Er moet ruimte voor zijn en het landschap kan er anders uit komen te zien. Veel mensen zijn niet blij met zicht op windmolens of het veranderen van akkers in zonnevelden. Een windmolen levert gemiddeld evenveel elektriciteit als ongeveer 20 hectare zonnepark. Hoe zorgen we ervoor dat toch veel mensen het eens zijn met grootschalige opwek? Alleen de daken vol leggen levert te weinig elektriciteit op om de doelstellingen te halen. Waar willen we verder nog opwekken?
Door netcongestie (het ‘vol’ zitten van het elektriciteitsnet) is het steeds moeilijker om gebouwen aan te sluiten op het elektriciteitsnet. Voor bedrijven kan het eigenlijk al niet, maar ook voor nieuwe wijken is het lastig. De druk op het elektriciteitsnet neemt alleen maar toe, omdat we steeds meer dingen elektrisch doen. Wachten we op uitbreiding van het net of kiezen we voor andere oplossingen?
Het moment waarop we elektriciteit opwekken door zon en wind, komt niet altijd overeen met het moment waarop bewoners elektriciteit gebruiken. Het is daarom belangrijk dat elektriciteit opgeslagen wordt. Dat kan bijvoorbeeld door een batterij. Het is lastiger om het teveel aan elektriciteit dat in de zomer opgewekt wordt, te bewaren tot de winter. Hoe gaan we daar mee om?
Thema: Gedrag en spullen
Waarom is dit belangrijk?
De spullen en kleding die we kopen, zorgt voor 12% van de CO2-uitstoot van huishoudens. Dat komt door de productie van de stof en materialen en het vervoer. Ook als we spullen weggooien, moet dat afval verwerkt worden. Veel kleding en producten worden op een erg goedkoop manier gemaakt, waarbij er niet wordt gelet op uitstoot, vervuiling, mensenrechten en waterverbruik.
Door betere spullen en kleding te maken en te kopen, gaan die langer mee en geven we door. Zo besparen we veel CO2. Het maakt ook een groot verschil als we anders met energie omgaan in en om huis. De gebouwde omgeving stoot meer dan 50% van de CO2 in Zutphen en Warnsveld uit. Door anders om te gaan met energie is hier veel energie en CO2 te besparen.
Wat doen we al in Zutphen en Warnsveld?
Gedrag van mensen is soms moeilijk te veranderen. Vooral als mensen niet weten wat er anders kan. Daarom helpen we mensen daarmee, vooral als het om energie gaat. Via het energieloket geven we mensen informatie over hoe zij energie kunnen besparen door dingen anders te doen.
Welke dilemma’s zien we?
- Fast fashion, snel veranderende modetrends zorgen voor goedkope kleding die kort meegaat. Duurzame kleding is veel duurder om te kopen. Kleding die langer meegaat, doet minder mee met de modetrends. Dus goedkope kleding en ‘met de mode mee’ zorgen voor CO2-uitstoot. Dit is natuurlijk ook zo bij andere spullen die gemaakt zijn om maar kort mee te gaan. Vooral elektrische apparaten zorgen voor veel schade aan het klimaat.
- De invloed van een gemeente op gedrag van inwoners is niet zo groot, omdat inwoners zelf bepalen hoe zij willen leven. Wat kan de gemeente doen om mensen hun gedrag te laten aanpassen om minder spullen te kopen en minder energie te gebruiken?
Thema: Rechtvaardige transitie (eerlijkheid)
Waarom is dit belangrijk?
Om de toekomst van de aarde te beschermen, moet de CO2-uitstoot omlaag. Dat kan op verschillende manieren en met verschillende technieken. Dat kost geld en niet iedereen heeft evenveel geld. Mensen die wel het geld hebben om zuinigere apparaten aan te kopen of hun huis te isoleren, hebben daar bij hoge energieprijzen veel voordeel van. Als je niet investeert, betaal je dus extra veel aan energie. Maar de transitie moeten we met z’n allen maken. Iedereen moet mee kunnen doen en er voordeel van hebben.
Daarbij is het ook goed om verder weg te kijken. In Nederland (en veel andere rijke landen) stoten we veel CO2 uit, en doen we dus veel aan de klimaatverandering. Terwijl juist armere landen die zelf weinig uitstoten, last hebben van de gevolgen ervan. Ook dat is onrechtvaardig.
Wat doen we al in Zutphen en Warnsveld?
Er zijn een aantal regelingen die ervoor zorgen dat iedereen mee kan doen met verduurzaming. Zo helpt de gemeente Zutphen met het isoleren van woningen voor mensen die dat zelf niet kunnen betalen. Op die manier hebben zij ook voordeel van een goed geïsoleerd huis én van een lagere energierekening.
De gemeente heeft ook een lening voor mensen die hun huis energiezuinig willen maken. Deze lening is voordeliger dan lenen bij de bank.
De gemeente heeft gratis energiecoaches. De energiecoaches kijken wat je kan doen om zuiniger met energie om te gaan. Dat coach kan bij je thuiskomen, maar je kan ook naar de energiewinkel. Voor kleine klusjes kan de ‘fixbrigade’ komen om het ook meteen gratis uit te voeren.
Als je de energierekening echt niet kan betalen, kan de Energiebank Zutphen helpen.
Welke dilemma’s zien we?
Energiezuinige en duurzame producten zijn vaak duurder dan vervuilende producten. Inwoners die genoeg geld hebben om die energiezuinige producten te kopen, hebben voordeel van energiebesparing (en dus geld besparing). Zo leven zij steeds duurzamer. Inwoners die niet genoeg geld hebben om energiezuinige producten te kopen, hebben niet de voordelen. Sterker nog, de verwachting is dat fossiele energie duurder wordt. Dan hebben deze inwoners er juist extra nadelen van. Hoe bereiken wij huishoudens met onvoldoende geld en hoe kunnen we hen het beste helpen?
We willen als gemeente en samenleving zelf controle houden over het opwekken van energie. Daarom vinden we het belangrijk dat we zoveel mogelijk eigenaar zijn van het systeem om energie op te wekken. Dit heet lokaal eigendom. Dat betekent dat er soms veel geregeld moet worden, terwijl een commercieel bedrijf veel sneller aan de slag kan. Kiezen we dan voor snelheid of voor lokale eigendom?
Thema: Rol van bedrijven
Waarom is dit belangrijk?
Bedrijven (industrie en landbouw) zorgen voor ongeveer 21% van het energieverbruik in Zutphen en Warnsveld. Fabrieken gebruiken vaak warmte om producten te maken, bijvoorbeeld metaal. Daar gebruiken ze nu meestal gas voor. Ze gebruiken natuurlijk ook veel elektriciteit. Als een bedrijf heel veel energie gebruikt en zij bespaart de helft, dan heeft dat meer invloed dan wanneer een huishouden met klein verbruik dat doet.
Bedrijven spelen ook een belangrijke rol in de netcongestie problemen. Zij hebben vaak een grootverbruikaansluiting. Die worden nu niet meer uitgegeven, waardoor het voor bedrijven moeilijk is om uit te breiden of om nieuw te beginnen. Bedrijven hebben een ander energieprofiel dan huishoudens, waardoor er mogelijkheden zijn om deze te combineren.
Wat doen we al in Zutphen en Warnsveld?
Bedrijven deden in de afgelopen jaren veel om hun energieverbruik te verminderen. Dat zie je terug in de cijfers over verbruik.
Bedrijven hebben last van netcongestie. Om dat tegen te gaan, werken ze aan een Smart Energy Hub (SEH) op bedrijventerrein de Mars. Daarmee delen bedrijven energie in een lokaal systeem.
Welke dilemma’s zien we?
- Er zijn normen voor bedrijven om energie te besparen. Maar energie is voor bedrijven en grootverbruikers vaak goedkoper. Die hebben daardoor minder reden om te besparen en verduurzamen. Hoe motiveren we bedrijven om ook meer te willen doen?
- De gemeente kan huishoudens helpen en subsidies geven voor verduurzaming. Bedrijven kunnen bij het Rijk ondersteuning krijgen (‘staatssteunregels’).
- De verduurzaming vraagt ook veel geld van bedrijven. Daardoor hebben ze mogelijk minder geld voor andere dingen. Moeten bedrijven ook geld uitgeven aan verduurzamen als dat werkgelegenheid kost?
Thema: Verkeer en vervoer
Waarom is dit belangrijk?
We verplaatsen ons de hele dag door, want we willen graag ergens naartoe gaan. Ook vervoeren we grondstoffen en spullen. Dat verplaatsen kost energie. Dat kan energie van mensen zijn (fietsen), maar ook elektriciteit en fossiele brandstoffen. Vooral die laatste stoot veel CO2 uit. Verkeer en vervoer zorgt voor 22% van de CO2 uitstoot van een huishouden. Als we vliegreizen hierbij rekenen, komt dat op 31% uit. Daarmee is dit het onderdeel met de grootste uitstoot binnen huishoudens.
Binnen de gemeente Zutphen zorgt verkeer, vervoer en logistiek (dus niet alleen huishoudens) voor 46,1% van de uitstoot.
Op dit onderdeel is dus veel winst te behalen door het verkeer te verduurzamen door bijvoorbeeld elektrisch te gaan rijden, of op waterstof. Als al het vervoer elektrisch wordt, vraagt dat wel erg veel van de netcapaciteit. Het is belangrijk dat het dan wel gaat over hernieuwbare elektriciteit.
Wat doen we al in Zutphen en Warnsveld?
Om ervoor te zorgen dat mensen minder fossiele brandstoffen gebruiken, probeert Zutphen de alternatieven goed bereikbaar te maken. Bij de (her)inrichting van wegen doen we dat met de STOMP-volgorde. Dat staat voor Stappen (lopen), Trappen (fietsen), Openbaar Vervoer, Mobility as a Service (deelvervoer) en Personenauto's. De schone vormen zijn het belangrijkst (voetgangers en fietsers), dan de gedeelde opties (OV en deelvervoer) en als laatst de auto.
Veel auto's en busjes worden elektrisch. In Zutphen kun je een laadpaal aanvragen als je een elektrische auto hebt en geen oprit, om te zorgen dat er genoeg oplaadpunten zijn. Als je wel op je eigen terrein een privé-laadpunt wil, zijn daar leningen voor, zodat je het niet in een keer hoeft te betalen. In Zutphen is ongeveer 2,5% van de auto's een elektrische auto. Landelijk is dat 6,1%.

Welke dilemma’s zien we?
Om CO2-uitstoot van verkeer en vervoer te verminderen zijn er twee mogelijkheden:
- Meer schoon vervoer
- Bepaalde vormen van verkeer en vervoer houden we tegen in de gemeente
Bij 1:
- Het is niet voor iedereen mogelijk om een elektrische auto de kopen of overal met het OV of op de fiets te komen. Hoe stimuleren we mensen toch om zoveel mogelijk voor schoon vervoer te kiezen?
- Het aanleggen van extra fietspaden en bruggen voor voetgangers en fietsers is duur. Moeten we daar het geld aan uitgeven?
Bij 2:
Willen we vervuilend vervoer tegenhouden in de stad/centrum? En als we dat doen, komt de CO2 dan niet gewoon bij de buren terecht?
Thema: Voedsel
Waarom is dit belangrijk?
Voedsel zorgt voor 22% van de CO2-uitstoot van een huishouden. Daarmee heeft het, samen met verkeer en vervoer, de grootste invloed bij huishoudens. Er zijn verschillende manieren waarop voedsel CO2 uitstoot: verbouwen en oogsten, voer voor dieren, bewerken in een fabriek, opslag in een koeling en vervoer. Het zijn allemaal stappen in het proces waar je invloed op hebt.
Door andere keuzes te maken kan de CO2-uitstoot van voedsel omlaag. Bijvoorbeeld door minder vlees te eten (de uitstoot van rundvlees is 5x meer dan van een vegetarische variant), minder zuivel te gebruiken (dierlijke zuivel stoot 2,5x meer CO2 uit dan een plantaardige variant) en door te kiezen voor producten uit de regio of het seizoen.
Wat doen we al in Zutphen en Warnsveld
De gemeente onderzoekt of Zutphen een biostad kan worden. In een biostad staat gezond en biologisch eten voorop. Het doel is om voedsel zoveel mogelijk duurzaam en in de buurt te maken. Dat is gezond voor inwoners, maar ook voor de economie in de regio. De gemeente Zutphen zelf biedt alleen vegetarisch eten aan, tenzij iemand graag vlees wil eten.
Welke dilemma’s zien we?
We zijn gewend aan:
- veel dierlijke producten gebruiken;
- dat alles altijd bereikbaar is.
Het dilemma is dat het moeilijk is om zaken die we gewend zijn op te geven. Ben je bereid om zelf andere keuzes te maken? Hoe kan de gemeente daarbij helpen?
Thema: Warmte
Waarom is dit belangrijk?
We verwarmen onze huizen, bedrijven en andere gebouwen voor het grootste gedeelte met aardgas. Het gebruik van aardgas stoot CO2 uit. Daarom willen we in 2050 niet meer met aardgas verwarmen. Gebouwen verwarmen we in 2050 duurzaam. Dat kan met een warmtepomp of een warmtenet met restwarmte van een bedrijf of warmte uit water.
Door eerst gebouwen goed te isoleren, is er minder warmte nodig. De woning wordt dan makkelijker comfortabel warm. Dat maakt de overstap naar duurzame warmte makkelijker.
Wat doen we al in Zutphen en Warnsveld?
Om in 2050 aardgasvrij te zijn, kijken we veel naar alternatieven. Zo zijn er bijvoorbeeld verschillende warmtenetten in onderzoek en ontwikkeling. We zijn ook in overleg met de netbeheerder om te zorgen dat het elektriciteitsnet er ook klaar voor is. Woningen en gebouwen moeten goed geïsoleerd zijn voordat ze van het aardgas overstappen naar een andere bron. Er zijn veel acties om zoveel mogelijk woningen te isoleren.
Welke dilemma’s zien we?
Van alle energie die woningen in Zutphen en Warnsveld gebruiken, is ongeveer 25% elektriciteit en 75% warmte. De overgang naar duurzame warmte is dus een nog grotere uitdaging dan de overgang naar duurzame elektriciteit. Een deel van de warmte kan ook elektrisch worden, maar zeker niet alles. Dat heeft ook met netcongestie te maken.
Hoe maken we de juiste keuze voor een oplossing? Hoe krijgen we iedereen mee? Ook met weinig geld? En hoe zorgen we ervoor dat er voor iedereen de best betaalbare optie komt? Als veel mensen een warmtepomp nemen, is het moeilijker (of wordt het onmogelijk) om een warmtenet aan te leggen.
Lastige woorden uitgelegd
In deze begrippenlijst leggen we lastige woorden uit. Er is geen wetenschappelijke definitie gebruikt. Het doel is dat iedereen de woorden goed begrijpt.
Biodiversiteit
Met biodiversiteit bedoelen we alle verschillende vormen van leven op aarde of in een bepaald gebied. Er zijn drie verschillende soorten biodiversiteit, die allemaal belangrijk zijn om de aarde gezond en in balans te houden.
- Genetische biodiversiteit: de verschillen aan genen binnen soort (plant/dier/schimmel/bacterie). Dit is belangrijk voor soorten om zich aan te kunnen passen.
- Verschillende soorten: de verschillende soorten binnen een ecosysteem. Elke soort heeft een eigen rol bij het behouden van het ecosysteem.
- Verschillende ecosystemen: dit gaat over de verschillende leefgebieden, groepen planten, dieren of mensen samen binnen een gebied.
Circulair
Circulariteit betekent dat er geen grondstoffen verloren gaan en er geen afvalstoffen zijn. Alles wat je gebruikt, komt dan uit een ander product en kan later opnieuw op een andere manier gebruikt worden.
Bijvoorbeeld: groenafval wordt compost waar planten van groeien. Circulair is ook het slim bouwen van huizen, waarbij onderdelen later opnieuw worden gebruikt. Of waarin materialen worden gebruikt die we later makkelijk tot iets anders kunnen gebruiken.
CO2
CO2 is de scheikundige naam voor koolstofdioxide. Het is een gas dat ontstaat bij verbrandingsprocessen (bijvoorbeeld het verbranden van brandstoffen of van afval) en door verrotting van planten. Het is een natuurlijke stof en is belangrijk voor het regelen van de temperatuur op aarde. CO2 is namelijk een broeikasgas. Het neemt warmte op. Het blijft als het ware in een deken om de aarde hangen en zorgt er zo voor dat de temperatuur op aarde niet te koud wordt. Maar als er te veel CO2 is, dan wordt het dus te warm op aarde.
CO2-beprijzing
Bij CO2 -beprijzing worden de kosten voor uitstoot van CO2 gebruikt in de uiteindelijke prijs. Als product 1 goedkoper is dan product 2, maar ook meer CO2 uitstoot, kan het zo zijn dat door een prijs te geven aan CO2, product 2 uiteindelijk toch voordeliger is.
Diftar
Diftar is een afkorting voor geDIFferentieerde TARieven. Met andere woorden: een verschil in tarieven. Zo betaalt iedereen een deel vaste prijs en een bedrag per keer voor het legen van de container of als je een afvalzak in een ondergrondse container gooit.
Ecosysteem
In een ecosysteem werken alle levende organismen (planten, dieren, mensen) samen met elkaar en hun omgeving. Ook die niet-levende omgeving, zoals bodem of water zijn onderdeel van het ecosysteem.
Energieprofiel
Het energieprofiel van een huishouden of bedrijf laat (meestal per kwartier) zien hoeveel energie ze opwekken en/of gebruiken. Veel bedrijven gebruiken bijvoorbeeld vooral tijdens kantooruren energie, terwijl huishoudens juist veel energie net voor en na kantooruren gebruiken. Dat vult elkaar aan. Door die energieprofielen te combineren, kunnen ze gebruik maken van hetzelfde vermogen van de elektriciteitsaansluiting.
Fast fashion
Letterlijk vertaald: ‘snelle mode’. Fast fashion is vaak goedkope kleding van niet goede kwaliteit wat op dat moment in de mode is. Omdat het goedkoop is en snel kapot gaat, gooi je het snel weg en vervang je het door nieuwe fast fashion.
Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn bijvoorbeeld aardgas, aardolie of steenkool geworden. Daar wordt dan bijvoorbeeld benzine van gemaakt. Fossiele brandstoffen raken op. Het verbranden van fossiele brandstoffen geeft veel energie, maar stoot ook veel CO2 uit.
Gebouwde omgeving
De gebouwde omgeving is alles is gebouwd om in te wonen, te werken en te leven. Dit zijn huizen, kantoren, scholen, wegen, bruggen en parken.
Grondstoffen
Een grondstof is een ruw materiaal dat nog niet bewerkt is. Je gebruikt grondstof om andere dingen van te maken. Voorbeelden van natuurlijke grondstoffen zijn: olie, mineralen, hout en graan.
Grootverbruiksaansluiting
Bedrijven of organisaties die veel elektriciteit gebruiken hebben vaak een grootverbruikaansluiting. Door zo’n aansluiting kan meer energie dan een kleinverbruikaansluiting. Een huis heeft meestal een kleinverbruikaansluiting.
Hernieuwbare elektriciteit
Elektriciteit is hernieuwbaar als het komt van natuurlijke bronnen die niet op raken. Voorbeelden zijn: energie uit zon, wind, waterkracht, bodem, omgevingswarmte en biomassa.
Klimaatakkoord
In het Klimaatakkoord hebben veel bedrijven, organisaties en overheid afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan om de opwarming van de aarde tegen te houden. Het belangrijkste doel op de lange termijn is dat de uitstoot van broeikasgassen in 2050 95% minder moet zijn dan in 1990.
Lokaal eigendom
Als bewoners of bedrijven uit een gemeenschap eigenaar zijn van een energiebron of -netwerk, noemen we dat lokaal eigendom. De eigenaren en de gemeenschap hebben dus zelf de voordelen van de winst en hebben zeggenschap. Lokaal eigendom kan ook voor een deel zijn (bijvoorbeeld 75% lokaal eigendom). Als er geen lokaal eigendom is, is het project vaak van een commercieel bedrijf dat alle voordelen heeft.
Netcongestie
Netcongestie is eigenlijk ‘file op het elektriciteitsnet’. Er is geen plek op het net om alle elektriciteit te verplaatsen. Omdat het zo druk is, is het voor bedrijven lastig om een aansluiting elektriciteit te krijgen. Ook krijgen wind- en zonneparken geen aansluiting om elektriciteit te leveren. Netbeheerders werken[AA1][PC2] hard om het elektriciteitsnet uit te breiden. Ze denken dat dat tot 2030 duurt. Door elektriciteit slimmer te verdelen kan er toch ruimte op het net ontstaan (file op de snelweg is meestal ook alleen maar in de spits).
Regionale Energie Strategie (RES)
In de RES werken gemeenten in de regio samen om doelen voor het opwekken van energie te halen. Deze landelijke doelen staan in het klimaatakkoord. Het gaat vooral over opwek uit zone n wind. Er zijn in totaal 30 RES-regio’s in Nederland.
Smart Energy Hub (SEH)
In een SEH koppelen we energiebronnen en energiegebruikers via een slim systeem aan elkaar. Op die manier hoeft niet iedereen een grote aansluiting te krijgen op het elektriciteitsnet. Vanwege netcongestie kan dat nu ook niet.
Warmtenet
Gebouwen op een warmtenet krijgen hun warmte niet door aardgas, maar door een leiding met warm water. In plaats van gasleidingen, liggen er dan dus warmwaterleidingen in de grond. Er is dan geen cv-ketel meer nodig, maar een afleverset. In de afleverset gaat de warmte uit de leiding naar het systeem in de woning. De warmte voor het water kan uit verschillende bronnen komen. In Zutphen kijken we bijvoorbeeld naar warmte uit het water van de IJssel.