Steenmarters verschuilen zich graag in holle bomen en konijnenholen, maar ook in gebouwen (zolders, spouwmuren, holle vloeren en kelders). Dit kan overlast geven in de vorm van geluid, stank en schade. Steenmarters kunnen ook schade aanbrengen aan uw auto.
Op deze pagina leest u meer over de steenmarter en leggen we uit hoe u overlast door de steenmarter kunt voorkomen. En wat wij hierin kunnen betekenen.
De steenmarter
De steenmarter heeft een slank lichaam, korte poten en een grijzige vacht met een opvallende lichte keelvlek. Hij komt voor in bossen en stedelijke omgevingen. Hij staat bekend om zijn nieuwsgierige gedrag én om de overlast die hij kan veroorzaken.
Het aantal steenmarters is de laatste jaren flink gegroeid. Dit komt onder andere doordat de steenmarter zich goed kan aanpassen. In een stedelijke omgeving zijn veel schuilplaatsen en voedselbronnen. De steenmarter kan hier dus goed wonen. Een andere reden is dat er niet meer wordt op de steenmarter om zijn vacht.
Overlast
Steenmarters kunnen overlast geven. De steenmarter is een beschermde diersoort. Dit staat in de Wet Natuurbescherming. De dieren mogen niet gevangen of gedood worden. Ook mogen vaste verblijfplaatsen van steenmarters niet worden verstoord. De gemeente Zutphen volgt deze regels.
U kunt overlast wel bij ons melden. Wij houden deze meldingen bij. Zo kunnen we volgen hoe het aantal steenmarters zich ontwikkelt. Ook geven we informatie over hoe u zelf steenmarters kunt weghouden.
Wat kunt u doen om overlast te voorkomen?
Om overlast te voorkomen, kunt u er het beste voor zorgen dat de dieren niet in uw auto (onder de motorkap) en in uw huis kunnen komen.
Zo kunt u steenmarters weghouden bij auto's
- Bevestig een rooster of kippengaas onder de motorkap. Schaaltjes met bleekwater of citroen-toiletblokjes kunnen ook effectief zijn.
- Bescherm kabels en leidingen met omhullingen van stevig kunststof die bestand zijn tegen marterbeten.
- Maak gebruik van een apparaat dat bewegingen detecteert en een hoge fluittoon produceert om het dier te verjagen.
- Plaats hondenharen in een panty onder de motorkap. De geur van honden schrikt marters af.
- Verspreid ammoniak rond de auto, aangezien marters de geur ervan associëren met roofdieren.
Zo kunt u steenmarters weghouden bij gebouwen en hokken
Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat een steenmarter niet binnen kan komen. Steenmarters kunnen door openingen van 5 cm kruipen.
Als u maatregelen neemt om de steenmarter uit uw gebouw weg te houden, dan gelden er wel een paar regels.
- U kunt zelf de toegang naar een gebouw voor de steenmarter afsluiten, voor zover dit praktisch kan.
- Maak gaten en kieren van 5 cm en groter dicht in daken en muren.
- Dit kunt u zelf doen als u zeker weet dat er nog geen steenmarter een vaste rust- of verblijfplaats in uw gebouw heeft.
- Verstoort u door het dichtmaken van gaten en kieren een vaste verblijfplaats? Dan mogen de maatregelen alleen worden uitgevoerd door een gespecialiseerd bedrijf. Deze specialisten houden er bijvoorbeeld rekening mee dat jonge dieren in gebouwen aanwezig zijn. Ze voeren de maatregelen alleen uit buiten de periode waarin de geboorte van jongen wordt verwacht (buiten de maanden maart-juni).
Om gespecialiseerde bedrijven te vinden kunt u bijvoorbeeld online zoeken naar 'overlast steenmarters bestrijden'.
- Komt een steenmarter binnen via de tak van een boom? Overweeg dan de tak af te zagen.
- Maak gebruik van een apparaat dat bewegingen detecteert en een hoge fluittoon produceert om het dier te verjagen.
- Plaats kragen op schuttingen en rond bomen om te voorkomen dat de dieren eroverheen of erin klimmen.
- Span schrikdraad om kooien of volières en gebruik stevig en fijnmazig gaas voor kooien en volières.
Na het afsluiten van de plekken waar u niet wilt dat de steenmarters verblijven, kunt u ze ook een andere schuilplaats bieden. Bijvoorbeeld een rustige plek, zoals houtstapels met hooi en stro.
Deze maatregelen werken niet
Lawaai maken en het verjagen van steenmarters werkt maar kort. Ze zullen terugkeren.
Steenmarters wennen snel aan veranderingen in hun leefomgeving. Daarom bieden maatregelen als ultrasone zenders en anti-marterspray ook geen blijvende oplossing.