Nieuwjaarsspeech Burgemeester van Zutphen
Wimar Jaeger, 8 januari 2024, het Koelhuis Zutphen
Zoals mijn vader Zutphenees mij uit ervaring vertelde was oud en nieuw 2023/2024, dankzij en voor sommigen ondanks, het hoge water een mooi feest. Minder ongelukken, minder brandjes, minder rommel dan afgelopen jaar.
We hebben op een waardige wijze de vuurwerktraditie ten grave gedragen en gaan er volgend jaar in gezamenlijkheid een praalgraf van maken. Want mijn indruk is dat we er in Zutphen aan toe zijn om volgend jaar centraal of op buurtniveau het oude jaar uit te luiden zonder knallen en met veel licht. Ik weet zeker dat de gemeente het voortouw zal nemen om het thema de gezamenlijkheid van oud en nieuw komend jaar op te pakken. Het is precies dat woord “gezamenlijkheid” dat mij voor 2024 heeft geïnspireerd.
Het gaat goed met Zutphen; steeds meer mensen komen in Zutphen wonen. Het aantal mensen in de bijstand daalt; de werkgelegenheid zit in de lift. Het aantal woningen met een A+++ duurzaamheidslabel stijgt. De criminaliteit vertoont een daling in tegenstelling tot de stijgende lijn van de afgelopen jaren. Het aantal bomen en monumenten neemt toe en ons gemiddelde inkomen is (voor inflatie gecorrigeerd) gestegen. Ik zou tegen het bestuur van de gemeente, onze Raadsleden, willen zeggen: “goed gedaan, doe ons nog zo’n jaar!”
Maar er zijn ook ontwikkelingen waar we alert op moeten zijn. Bijna 60% van ons heeft overgewicht, 80% van ons drinkt té regelmatig en bijna 50% van u loopt het risico op matige tot ernstige stress. Daar hebben we goede voornemens voor, zult u zeggen.
We zijn het afgelopen jaar allemaal één jaartje ouder geworden, dat gaat nu eenmaal zo. Toch moeten we opletten, want in Zutphen zijn we gemiddeld in het afgelopen jaar, twee jaar ouder geworden. Jazeker we vergrijzen in hoger tempo dan in de rest van Nederland. Gelukkig doet nog steeds 28% van onze inwoners vrijwilligerswerk, maar eerlijk is eerlijk dat percentage daalt, terwijl we eigenlijk meer vrijwilligers nodig hebben.
En ook in Zutphen lijkt het vertrouwen in de overheid afgenomen, als de hoop in nieuwe partijen en hun verkiezingsuitslagen van het afgelopen jaar daarvoor als maatstaf nemen. Die zorgelijke aspecten gaan niet over ons als individu maar over ons als collectief. Het oplossen van de problemen die hieruit voort komen, krijgen we alleen gezamenlijk onder de knie.
U begrijpt waarom in nieuwe jaar het thema gezamenlijkheid belangrijk is.
In die gezamenlijkheid wil ik graag mijn nieuwjaarswensen delen. Op mijn wensenlijst voor 2024 staan de volgende vier punten:
- Breng de discussie over bestaanszekerheid naar gezamenlijk handelen voor bestaanszekerheid
- Laat verschillende gewoonten van verschillende mensen onze gezamenlijke cultuur worden
- Zorg dat naast het maken van goede plannen, die samen ook snel en goed uitvoeren
- Denk over onze gezamenlijke toekomst vanuit de lange, in plaats van de korte termijn
I. Breng de discussie over bestaanszekerheid naar gezamenlijk handelen voor bestaanszekerheid
Bestaanszekerheid heeft in 2023 als woord vast meegedongen naar de titel ‘het populairste woord’ volgens van Dale. Artikel 20 van onze grondwet stelt dat bestaanszekerheid een voorwerp van zorg voor de overheid is. Bestaanszekerheid is, net als veiligheid, iets waar je als inwoner van dit land op moet kunnen rekenen. In Den Haag heeft men er de mond van vol maar meer dan een enkele pleisters levert dat vooralsnog niet op.
Gelukkig hebben onze Raad en het College in het afgelopen jaar ongekend ingezet op ondersteuning van mensen die wel wat hulp konden gebruiken, met de gevolgen van de inflatie en bijvoorbeeld de energiekosten. Tegelijkertijd was die hulp grotendeels incidenteel en missen we structurele oplossingen. Dat is niet alleen iets landelijks, maar ook een gemeentelijke verantwoordelijkheid. En die verantwoordelijkheid gaat niet alleen over maandgeld maar minstens zoveel over kansen die mensen krijgen.
Het borgen van bestaanszekerheid doen we gezamenlijk vanuit bijvoorbeeld de voedselbank, hulp uit de buurt en gemeentelijke ondersteuning. Die gezamenlijke aanpak begint echter met het kennen van elkaar. Niet alleen degenen in onze eigen bubbel maar ook in die andere bubbel. Daarom is mijn voornemens voor 2024 om eens een paar keer boodschappen te doen in een andere wijk dan waar ik standaard winkel.
Ik hoop dat alle inwoners van Zutphen dat een keer doen. Verruil de supermarkt in het centrum eens voor die in het Waterkwartier. Verruil het winkelcentrum Dreiumme een keer voor de Brink in de Zuidwijken, en andersom. U zult zien dat de koffie daar even duur is maar de bestaanszekerheid er omheen verschilt. En juist door het onderkennen van verschil vinden we een begin van de oplossing.
II. Laat verschillende gewoonten van verschillende mensen onze gezamenlijke cultuur worden
Mijn tweede voornemen gaat over leven in gezamenlijkheid. Bijna 30% van onze inwoners rond de Emanuelkerk, buurtcentrum Waterkracht en kindcentrum de Waaier stemden naar mijn stellige overtuiging niet op de PVV omdat ze tegen cultuur, Oekraïne of Europa zijn, maar omdat ze zich zorgen maken over de eigenheid en de gezamenlijkheid in hun buurt. Terwijl juist de buurt zo typisch Hollands is en het meest wezenlijke gevoel van geborgenheid kan geven.
Die eigenheid en gezamenlijkheid in de buurt gaan we echter niet vinden door de ene of de andere groep uit te sluiten. Sterker, de geschiedenis heeft aangetoond dat juist het samenbrengen van culturele verschillen welvaart brengt. Op periodes van massa immigratie volgden altijd periodes van bloei. Voor nu is dat voor sommigen misschien een schrale troost, maar ook voor diegenen geldt dat Zutphen altijd een multiculturele stad is geweest en dat ook altijd zal blijven.
Dat betekent niet dat we geen oog moeten hebben voor de moeilijkheden, onaardigheden, rottigheid of crimineel gedrag. Eerder andersom. Want rottigheid komt niet voort uit het eten van dadels, Turks brood of boerenkool. Dat heeft te maken met opvoeden en handhaven.
Hoe we het ook draaien of keren: de zorg die de verkiezingen in sommige wijken aantoonde, schreeuwt om aandacht van de gemeenschap, het College en de Raad. En ook hier begint het bij elkaar leren kennen, door bijvoorbeeld langs te gaan en de belangrijkste gezamenlijke traditie te bezigen; samen eten. Kook eens wat anders, voor iemand anders.
III. Zorg dat naast het maken van goede plannen, die samen ook snel en goed uitvoeren
Als derde goede voornemens wens ik dat we onze plannen niet alleen goed bedenken, maar ook goed en heel snel uitvoeren.
Natuurlijk zal ik alle stemmen ondersteunen die oproepen om goed onderzoek te doen, de nuance te zoeken, alle perspectieven mee te laten wegen, je breed te laten adviseren, participatie hoog in het vaandel te plaatsen. Maar er moet ook een moment komen dat er naast beleid en besluiten, gehandeld wordt. Advies, nuance en participatie kunnen ook té lang duren.
In het land zie ik talloze voorbeelden waarbij onderzoek, participatie en nieuwe adviezen een eindeloos dieper graven lijken te bevorderen. Denk aan stikstofplannen en de daadwerkelijke uitkoop van boeren; denk aan de verontwaardiging over de kinderopvangtoeslagen en de snelheid waarmee we mensen uit de p?ut trekken.
Maar het gaat mij niet alleen om de centrale en provinciale overheid.
In Zutphen hebben wij soms ook meer moeite met de beleidsuitvoering dan met de beleidsontwikkeling. Ofwel plannen en ideeën genoeg, maar is onze slagkracht daar ook op toegerust?
Immers met een bestemmingsplan bouw je geen huizen; dat doe je met stenen. Onze vergrijzing wordt niet opgelost met een omgevingsvisie; dat doe je met onderwijsinstellingen. En de woonoverlast bestrijden we niet met de Algemene Plaatselijke Verordening. Dat vraagt om optreden tussen alle instanties door.
Laten we in 2024 proberen elkaar te vinden op een snelle uitvoering. Niet door elkaar politiek de maat te nemen maar door te onderkennen dat ook voor de uitvoering geldt: waar gehakt wordt vallen spaanders.
En niet door elkaar voor de voorzieningenrechter te slepen, maar door duidelijk te maken waarover we wel en waarover we niet participeren.
Je zou het in het participatie geweld namelijk bijna vergeten maar “nee” is soms ook een antwoord. Laten we ons realiseren dat de schade van het eindeloos palaveren soms groter is dan een verkeerde beslissing. Eén van de belangrijkste klachten die ik in het afgelopen jaar vanuit inwoners heb ervaren is het uitblijven van de uitvoering, dat tast het vertrouwen in de overheid pas echt aan.
Voor de uitvoering geldt net zo goed dat je dat uiteindelijk samen doet. Soms hebben we daar misschien wel iemand voor nodig die de saamhorigheid in onze uitvoering een handje helpt. Partijen bij elkaar brengt, mensen helpt om samen naar het grotere plaatje te kijken. Vandaar het voornemen om op zoek te gaan naar ambassadeurs voor saamhorigheid.
IV. Denk over onze gezamenlijke toekomst vanuit de lange, in plaats van de korte termijn
Mijn laatste voornemen gaat over de toekomst. Ik ga u niet lastig vallen met mijn droom voor Zutphen, maar zou wel wensen dat we er overduidelijk, gezamenlijk één hadden. Niet een droom voor morgen, daar werken we iedere dag al aan, maar juist een voor onze kleinkinderen en achterkleinkinderen. Een droom die we samen delen en die gaat over hoe onze gemeente er over 50, 80 of 100 jaar uitziet. Ik mis soms de gezamenlijkheid over onze toekomst.
Alweer 1100 jaar geleden droegen alle mannen en vrouwen van Zutphen een tufsteen naar het ’s Gravenhof om die te stapelen tot iets wat ooit, ver na hun eigen dood, moest leiden tot de mooiste kerk van de wereld. Iedereen wist dat ze die kerk zelf nooit zouden aanschouwen en iedereen wist ook dat die kerk uiteindelijk zou schitteren, zelfs 1100 jaar later.
Niet voor niets heet deze manier van denken kathedraaldenken en bij ons in Zutphen Walburgisdenken. Vanuit dat Walburgisdenken wens ik ons toe dat we allemaal ook een tufsteen hebben en die samen stapelen in een richting, waarvan we weten dat die over 100, 500 en 1000 jaar blakert van trots aan de oever van de Zutphense IJssel.
Anno 2024 is die tufsteen misschien wel geen onderdeel van een toekomstig gebouw, misschien wel geen boek en misschien zelfs wel geen geloof, maar een bouwsteen voor een samenleving die in al haar aspecten menselijk is, waar gezamenlijkheid het cement is dat ons samen brengt, waardoor we een nog mooiere gemeenschap worden. Daarom mijn voornemen om zo veel mogelijk samen met inwoners te dromen over de toekomst van Zutphen.
Ik wens alle inwoners van Zutphen heel veel gezamenlijkheid toe in 2024.