Zonnepanelen plaatsen op pand (geen monument) met schuin dak in zone 2

Wilt u zonnepanelen plaatsen op een pand in beschermd stads- en dorpsgezicht? En voldoet uw pand aan de volgende omschrijving:

  • het is geen monument,
  • het ligt in zone 2 van het beschermd stad- of dorpsgezicht, en
  • het heeft een schuin dak?

Dan gelden voor u de volgende voorwaarden.

Uw pand staat in zone 2: regels die in deze zone gelden

Beschrijving van de zone

In zone 2 liggen straten waar zich veel monumenten bevinden en waar het historisch stadsbeeld zeer samenhangend is. Of waar de bebouwing een herkenbare begrenzing vormt van de stad of het dorp.

De cultuurhistorische en esthetische waarden zijn hoog, maar zonnepanelen en -collectoren hoeven - als deze beperkt zichtbaar zijn - niet te leiden tot een onevenredige aantasting van het stads- en dorpsgezicht.

Voorwaarden in zone 2

In zone 2 gelden de volgende voorwaarden:

  • Zonnepanelen mogen beperkt zichtbaar zijn vanaf openbaar toegankelijk gebied en vallen daardoor niet zo op.
    • Met 'openbaar toegankelijk gebied' bedoelen we bijvoorbeeld: openbaar vaarwater, openbare wegen, straten, pleinen of openbare hofjes waar iedereen mag komen.
    • Straten die bewoners gebruiken om het huis in en uit te gaan (steegjes of opritten), zijn geen openbaar toegankelijk gebied.
  • Het plaatsen van zonnepanelen moet voldoen aan onderstaande uitgangspunten voor plaatsing, compositie en kleurstelling.

Beperkt zichtbaar plaatsen kan door:

  • zonnepanelen en -collectoren te plaatsen:
    • op een zijdakvlak dat niet naar de straat gekeerd is;
    • achter de voorgevel van een bouwwerk, dat deel uitmaakt van een aaneengesloten rij bouwwerken. Deze bouwwerken zijn in dezelfde rooilijn geplaatst en hebben een vergelijkbare goot- en nokhoogte. Met rooilijn bedoelen we: de grens tussen de openbare weg en het aangrenzende (privé) eigendom.
  • zonnepanelen en -collectoren niet te plaatsen tussen de voorgevel en de nok (als het pand een schilddak heeft).

Regels voor plaatsing, compositie en kleurstelling

Het plaatsen van zonnepanelen moet altijd voldoen aan de uitgangspunten voor plaatsing, compositie en kleurstelling.

Plaatsing en compositie

  • De dakconstructie- of bedekking die al bestaat mag u niet verwijderen of beschadigen. Dit mag alleen in uitzonderlijke gevallen om de zonnepanelen en -collectoren te verankeren.
  • U mag geen zonnepanelen en -collectoren in het dak (indak) of zonnedakpannen plaatsen.
  • Zonnepanelen en -collectoren worden geplaatst onder dezelfde hellingshoek als het dakvlak.
  • Creëer een rustig beeld. Dit doet u door:
    • per dakvlak één soort zonnepanelen of -collectoren met dezelfde opwekfunctie te plaatsen;
    • zonnepanelen of -collectoren allemaal in dezelfde richting te plaatsen (staand of liggend) én samen te voegen tot één rechthoekig vlak of rechthoekige strook. Het patroon mag alleen onderbroken worden door dakdoorvoeren.
  • Is uw huis onderdeel van een rij huizen? Dan moet u rekening houden met hoe de zonnepanelen op de andere huizen liggen. Het is belangrijk dat u zonnepanelen op dezelfde manier en op dezelfde plek legt, zodat huizen die nu in eenheid zijn ontworpen, er ook zo uit blijven zien.
  • Houd de zonnepanelen en -collectoren vrij van de noklijn en goot. De richtlijn voor het plaatsen is: zonnepanelen en -collectoren minimaal 1 pan onder de nokpan én minimaal 2 pannen boven de goot plaatsen.
Voorbeeld van zonnepanelen op een dak: de panelen hebben dezelfde hellingshoek als het dakvlak, zijn geclusterd tot een rechthoekig vlak, liggen minimaal 1 dakpan onder de nokpan en er zijn minimaal 2 dakpannen vrij boven de goot.

  • Heeft uw pand een mansardekap? Plaats de zonnepanelen/-collectoren op het bovenste deel. Behalve als het qua zichtbaarheid beter is op een ander vlak.
Een mansardekap is een schuin dak, waarbij het onderste steiler is dan het bovenste deel. hierdoor heeft het een geknikte vorm.
Voorbeeld van een pand met mansardekap.

  • Heeft u pand een schilddak? Plaats de zonnepanelen/-collectoren onder (de verticale projectie van) de nok of dakrand.
Een schilddak is een schuin dak, waarbij de vier zijden alle vier schuin naar de dakranden aflopen. De twee lange zijden zijn een trapeziumvormig dakvlak. De twee korte dakzijden zijn driehoekige schilden.
Voorbeeld van een pand met schilddak.

Kleuren

  • De panelen moeten volledig in één kleur en gematteerd zijn (weinig tot geen reflectie).
  • Ze mogen geen rasterpatroon, geen lichte randen en geen lichte accenten hebben.
  • De kleur van de panelen heeft invloed op de mate van verstoring. Is de kleur van de zonnepanelen hetzelfde als de kleur van het dakvlak? Dan is er in sommige gevallen meer mogelijk.
  • Bij complexe dakvlakken, of een rij waarbij de panden erg op elkaar lijken, moeten de zonnepanelen en- of collectoren in dezelfde kleur gelegd worden.

Heeft u vragen over deze pagina?

We willen zo goed mogelijk uitleggen welke regels er voor u gelden, als u zonnepanelen wilt plaatsen op een pand in beschermd stads- of dorpsgezicht. Heeft u tips hoe we de informatie nog kunnen verbeteren? Of heeft u vragen? Neem dan contact op, door een e-mail te sturen naar omgevingsloket@zutphen.nl.